C.E.P. Vermeulen, Op zoek naar de Gotische Tradition. Een onderzoek in Cassiodorus' Variae en Jordanes' Getica (Rotterdam 1999).

Copyright © 1999-2006 by C.E.P. Vermeulen.

E-mail: mail@charlesvermeulen.com

inhoudsopgave | vorige | volgende | ENGLISH


1. Introductie (vervolg)

1.2 Wenskus' traditie-begrip ofwel Tradition

In het voorafgaande heb ik nogal gemakkelijk het begrip 'traditie' gebruikt met betrekking tot het denken van Wenskus. Wie Stammesbildung und Verfassung er op na heeft geslagen, weet echter dat Wenskus een vrij complex begrip voor ogen heeft dat nadere toelichting vereist. Om duidelijk aan te geven dat ik Wenskus' traditie-begrip bedoel, zal ik daarom in het vervolg spreken van 'Tradition' in plaats van 'traditie'. Welnu, wat is er dan zo eigen aan Tradition? In Wenskus' boek kan een vijftal kenmerken van Tradition onderscheiden worden: |19|

1. In Traditionen komen vaak genealogieën voor. |20| Van deze genealogieën is die van het koninklijk huis de voornaamste. Kenmerkend voor deze genealogie is dat zij altijd begint met de stamvader van de stam als geheel. |21| Het komt daarbij voor dat verschillende van zulke stamvaders, die elk gekoppeld moeten worden aan een proces van etnogenese, in zo'n genealogie bijeengebracht zijn. Dit diende het samengaan van de met deze stamvaders verbonden stammen in een nieuwe politieke eenheid te legitimeren. Een dergelijke genealogie is dan afkomstig van de dominante groep binnen deze eenheid. |22|

2. Een belangrijk deel van Traditionen wordt in beslag genomen door de Herkunftssagen of origines, waarin de oorsprong van de stam uit de doeken wordt gedaan. Kenmerkend voor deze Herkunftssagen zijn volgens Wenskus twee dingen:
I. Voor stammen uit de Volksverhuizingstijd is het niet problematisch wanneer zij niet de autochtone bewoners in een gebied zijn. In hun Herkunftssagen verzwijgen zij het dan ook niet wanneer zij ergens immigranten zijn.
II. In de Herkunftssage komt men de voorstelling van de stam als het resultaat van een vermenging van autochtonen en immigranten zelden tegen. Een dergelijke voorstelling werd als iets negatiefs beschouwd. Slechts bij uitzondering kwam zij voor. Meestal was het dan dat de stam zich voorstelde als de nakomelingen van een beroemd heldenvolk, zoals de Trojanen, en van de oorspronkelijke bewoners van het gebied waarin de stam woonachtig was. |23|

3. In Traditionen wordt verder de naam van de stam, de Stammesnahme, genoemd. Hierbij moet het volgende worden aangetekend. Wie in de bronnen op zoek gaat naar een Tradition moet er op bedacht zijn dat de namen die in bronnen zijn overgeleverd vaak geen echte stamnamen betreffen. Zo kan het zijn dat we slechts te maken met de benaming voor de bewoners van een bepaalde landstreek. De Stammesnahme is in tegenstelling tot deze andersoortige namen altijd van betekenis voor de leden van de stam en betreft een benaming die door de stam zelf gehanteerd wordt.|24|

4. In Traditionen wordt de stam als een afstammingsgroep voorgesteld. De stam vindt zichzelf daarbij uit als de nakomelingschap van een stamvader wiens naam werd afgeleid werd van de stamnaam. Dit verschijnsel, zoals we al eerder hebben gezien, wordt door Wenskus aangeduid met de term 'Gentilismus'. |25|

5. Het laatste kenmerk betreft een kenmerk dat Wenskus niet expliciet behandelt en dat hij eigenlijk tussen neus en lippen door kenbaar maakt, |26| maar waarop bij de receptie van Stammesbildung und Verfassung sterk de aandacht is gevestigd. |27| Dit laatste kenmerk van Tradition is dat zij mondeling binnen de Traditionskern aan het nageslacht wordt overgeleverd. Wenskus en vooral Wolfram beweren dat in sommige overgeleverde teksten Traditionen zijn verwerkt. Wanneer dit zo is, dan vormen tekstfragmenten het bewijs voor het bestaan van deze Traditionen. De orale oorsprong van deze tekstfragmenten is op twee manieren te herkennen. Ten eerste kan de auteur van de tekst zelf aangeven dat hij gebruik heeft gemaakt van een mondelinge overlevering. Ten tweede kan het uit de vorm van de tekst blijken, door het voorkomen van een archaïsche vocabulaire, of bepaalde formules, of doordat de tekst plotseling overgaat in een bepaald metrum. |28| Welnu, is er van een dergelijke Tradition ook een Gotische variant voorhanden?


inhoudsopgave | vorige | volgende | bovenkant pagina


Noten 1.2

19. Degene die het hier volgende wil verifiëren wil ik er ten eerste op wijzen dat in het boek diverse synoniemen van de term gehanteerd worden die niet alszodanig worden omschreven. Hierdoor kan pas na het nodige gepuzzel vastgesteld worden dat we met synoniemen te maken hebben. Ik heb de volgende synoniemen kunnen onderscheiden: Tradition = Überlieferung (54) = Stammessage (55) = Sagenkreis (55) = Stammestradition (59) = ethnische Tradition (138 noot 108) = Stammesüberlieferung (108) = Wandersage (462). N.b., tussen haakjes wordt een pagina uit Stammesbildung und Verfassung genoemd waar uit afgeleid kan worden dat we met een synoniem te maken hebben. Soms wordt daarbij het begrip Tradition niet genoemd, maar een andere term uit de lijst van synoniemen. Zo blijkt op pagina 462 dat Wandersage een synoniem is van Überlieferung en van deze term hebben we op pagina 54 kunnen zien dat hij een synoniem is van Tradition.

Ten tweede moet de lezer er op bedacht zijn dat in Stammesbildung nog een hele reeks van begrippen gebruikt wordt die op de een of andere manier met het begrip Tradition verband houden, maar waarvan het soms onduidelijk is hoe precies. Wel heb ik het volgende verband kunnen leggen: Tradition = een mythisch deel (= 'typische Formen des ethnischen Selbstverständnisses') + een historische kern. Het mythische deel van de Tradition wordt aangeduid als: mythisches Gedächtnis (57) = Mythen (55) = mythische Überlieferung (144). Maar wat we precies aan moeten met begrippen als 'politisch-ethnischen Tradition' (140), 'Ursprungsmythen und Geschichtslegenden der ethnischen Gemeinschaften' (108), 'historisch-ethnische Tradition' (54) en 'Der Gemeinsame besitz religiöser und mythologischer Vorstellungen' (105) is onduidelijk. N.b., tussen haakjes staat de pagina uit Stammesbildung und Verfassung waar ik de term(en) heb aangetroffen.

20. Wenskus, Stammesbildung, 54-56.

21. Wenskus, Stammesbildung, 69.

22. Wenskus, Stammesbildung, 55-56. Voor de koppeling van de stamvader van de stam als geheel aan de etnogenese van de stam: Ibidem, 15.

23. Wenskus, Stammesbildung, 56-59.

24. Wenskus, Stammesbildung, 59-82. We zouden natuurlijk ook kunnen spreken van 'etnoniem', maar daarbij moet dan worden aangetekend dat deze term door Wenskus zelf niet gebruikt wordt.

25. Wenskus, Stammesbildung, 2, 14-17, 33-35, 90 en passim.

26. Wenskus, Stammesbildung, 55.

27. Bijvoorbeeld: Goffart, Recensie, 445; Amory, People and identity, 295-298.

28. Amory, People and identity, 295-296.


inhoudsopgave | vorige | volgende | bovenkant pagina





Webdesign & Layout door Charles Vermeulen
CharlesVermeulen.com