C.E.P. Vermeulen, Op zoek naar de Gotische Tradition. Een onderzoek in Cassiodorus' Variae en Jordanes' Getica (Rotterdam 1999).

Copyright © 1999-2006 by C.E.P. Vermeulen.

E-mail: mail@charlesvermeulen.com

inhoudsopgave | vorige | volgende


1. Introductie (vervolg)

1.3 De voornaamste vier stappen in het denken van Wolfram over Jordanes' Getica in relatie tot de Gotische Tradition - De probleemstelling van deze studie in deelproblemen gespecificeerd 

Dat er ooit een Gotische Tradition heeft bestaan wordt volgens Wolfram aangetoond door Jordanes' Getica. |29| Volgens Wolfram is de Getica, geschreven in de winter van 551 in Constantinopel, |30| namelijk een samenvatting van Cassiodorus' (485/490-578/583) verloren gegane, twaalfdelige Gotengeschiedenis; een werk dat ik in het vervolg de Historia Gothorum zal noemen. |31| In dit werk, dat ergens in de eerste helft van de zesde eeuw geschreven moet zijn, zou een variant van de Gotische Tradition zijn verwerkt. Te weten, de Gotische Tradition zoals die circuleerde in de kring van Amalen, het beroemde Ostrogotische koningsgeslacht, rond de Amaalse koning Theodorik de Grote (r. 474-526). |32| Bij het schrijven zou Cassiodorus deze versie van de Gotische Tradition hebben samengevoegd met klassieke etnografische kennis en haar onderworpen hebben aan een interpretatio Romana. Dat wil zeggen: alle Gotische 'concepten en instituties werden gelijkgesteld aan of eigenlijk geïntegreerd in hun Romeinse tegenhangers'. Wie de Gotische Tradition uit de Getica wil destilleren, zo stelt Wolfram, zal deze bron daarom moeten ontdoen van haar etnografische omhulsel. |33|

Laten we de voornaamste stappen in het denken van Wolfram met betrekking tot de Getica eens op een rijtje zetten:

1. Theodoriks Ostrogoten vormden een etnische groep/stam.
2. Cassiodorus heeft in de Historia Gothorum de Gotische Tradition verwerkt zoals die was overgeleverd in de kring van Amalen rond Theodorik de Grote.
3. Jordanes' Getica is een samenvatting van het hierboven genoemde, verloren gegane werk van Cassiodorus.
4. Dankzij de Getica is ons dus een versie van de Gotische Tradition overgeleverd.

In hoeverre zijn deze stappen houdbaar? Door een gebrek aan tijd was het helaas niet mogelijk voor me op elke stap even uitvoerig in te gaan. Hoewel het evenzeer de stappen 1 en 3 hadden kunnen zijn, staan in dit werkstuk de stappen 2 en 4 centraal. Om deze stappen te kunnen verifiëren, moeten twee vragen beantwoord worden:

I. Zoals gezegd is Cassiodorus' Gotengeschiedenis zelf verloren gegaan. De onderzoeker is daarom genoodzaakt in andere bronnen te kijken om te kunnen achterhalen wat er in dit werk gestaan heeft. In deze studie is gebruik gemaakt van Cassiodorus' Variae. In de literatuur is het namelijk altijd dit werk dat wordt aangehaald, wanneer uitspraken worden gedaan over de inhoud van de Historia Gothorum. |34| Afgezien dan van de Getica. Er is hier echter voor gekozen om de Getica niet als bron voor de Historia Gothorum te gebruiken, omdat er grote onenigheid bestaat over de vraag in hoeverre Jordanes' werk gebaseerd is op dat van Cassiodorus. (Zie paragraaf 1.4) Welnu, de vraag is: blijkt uit de Variae dat Cassiodorus in de Historia Gothorum een versie van de Gotische Tradition heeft verwerkt?

II. Vervolgens is het de vraag of er in de Getica een versie van de Gotische Tradition is opgetekend. Of de inhoud van de Getica nu wel of niet terug gaat op een Gotische Tradition zoals die de ronde deed bij Theodorik en zijn Amalen - er moet iets in de Getica zijn dat Wolfram als Tradition heeft kunnen opvatten. In deze studie zal van elk van de vijf kenmerken van Tradition nagegaan worden of ze inderdaad in de Getica zichtbaar zijn.

Voordat we echter overgaan tot de beantwoording van deze vragen (zie hiervoor respectievelijk de hoofdtukken 2 en 3), zullen we in de nu volgende paragraaf eerst nog kort ingaan op de beide andere stappen. Er zijn namelijk nogal wat complicaties aan deze stappen verbonden die van betekenis zijn met betrekking tot Wolframs denken over de Gotische Tradition.


inhoudsopgave | vorige | volgende | bovenkant pagina


Noten 1.3

29. De eigenlijke titel van het werk is De origine actibusque Getarum. De kortere titel zoals ik die in de tekst hanteer, is afkomstig van Theodor Mommsen die de benaming introduceerde met diens uitgave van Jordanes' werk in de Monumenta Germaniae Historica. Norbert Wagner, Getica. Untersuchungen zum Leben des Jordanes und zur frühen Geschichte der Goten Quellen und Forschungen zur Sprach- und Kulturgeschichte der Germanischen Völker 22 (Berlijn 1967) 1 noot 1; en Bernhard Tönnies, Die Amalertradition in den Quellen zur Geschichte der Ostgoten. Untersuchungen zu Cassiodor, Jordanes, Ennodius und den Excerpta Valesiana Beiträge zur Altertumswissenschaft 8 (Hildesheim, Zürich en New York 1989) 8 noot 24. De editie van de Getica die voor dit werkstuk gebruikt is, is die van Theodor Mommsen. Jordanes, De origine actibusque Getarum. Theodor Mommsen ed. Monumenta Germaniae Historica AA V deel 1 (Berlijn 1882). Overigens is het onduidelijk wanneer Jordanes precies geleefd heeft. We weten alleen dat hij in de zesde eeuw heeft geleefd en dat hij omstreeks 551 al wat ouder moet zijn geweest. Wagner, Getica, 18-29; Tönnies, Die Amalertradition, 10-11.

30. Althans, dat meent Wolfram. Wolfram, History, 15. Er bestaat echter onenigheid over de exacte datering van de Getica. Amory meent dat de Getica ook een jaar eerder geschreven kan zijn. Amory, People and identity, 291. Wagner en Tönnies delen die mening, maar wijzen erop dat Jordanes in 552 nog enkele dingen aan het werk heeft toegevoegd. Daarbij moet de slag bij Busta Gallorem eind juni 552 volgens hen als terminus ante quem gelden, omdat van deze slag door Jordanes geen melding meer wordt gemaakt. Wagner, Getica, 18-28; en Tönnies, Die Amalertradition, 10-11. Opmerkelijk is Walter Goffarts stellingname. Volgens hem moet het werk op een aanmerkelijk later tijdstip gedateerd worden, te weten op 554. Alles in de Getica en de Romana, het andere werk dat we van Jordanes kennen, wijst er volgens Goffart namelijk op dat het werk geschreven is op het moment dat de Byzantijnen zich al lang zeker wisten van hun overwinning in de oorlog om Italië en dat zij al bezig waren met de wederopbouw van Italië. Dit i.t.t. wat in de literatuur vaak wordt aangenomen, dat de Getica geschreven is met een propagandistisch oogmerk, nl. om de nog niet verloren Gotische zaak in Italië in Byzantium te redden. Walter Goffart, The narrators of barbarian history (A.D. 550-800) Jordanes, Gregory of Tours, Bede and Paul the Deacon (Princeton 1988) 97-105.

31. Wolfram, History, 15 en 'Einleitung', 26. Het bestaan van dit werk is ons bekend uit een passage uit Cassiodorus' Variae (Cassiodorus, Variae. Theodor Mommsen ed. Monumenta Germaniae Historica AA XII (Berlijn 1894), praefatio 11 en IX 25.4-5.), een passage uit de Getica (Getica 1) en uit Cassiodorus' Anecdoton Holderi. Cassiodorus, Ordo generis Cassiodororum (= Anecdoton Holderi). Stefan Krautschick ed. in Cassiodor und die Politik seiner Zeit (Berkeley, Los Angeles en Londen 1979) 84. Probleem is dat uit deze passages niet blijkt wat de titel van het werk is. Het werk Origo Gothica noemen, zoals Wolfram doet, (Wolfram, History, 598, s.v. Origo Gothica; 'Einleitung', 21, 26 en 28.) is misleidend. Het suggereert dat het werk niets anders dan een Herkunftssage geweest kan zijn, omdat 'Origo' bij Wenskus en Wolfram als synoniem van Herkunftssage gepresenteerd wordt (zie paragraaf 1.2). Feit is, echter, dat het onduidelijk is, wat er in Cassiodorus' Gotengeschiedenis gestaan heeft. (zie paragraaf 1.4) De benaming Historia Gothorum is bij mijn weten daarentegen niet belast met misleidende connotaties. Ik heb deze benaming van Bernhard Tönnies. Tönnies, Die Amalertradition, 7. Over de geboorte- en sterfdatum van Cassiodorus: Ibidem, 4-5.

32. N.b., nadat Theodorik in 474 koning van de Goten van zijn vader Thiudimir was geworden, werd hij na zich volledig meester van Italië te hebben gemaakt in 493 door het leger (exercitus Gothorum) nogmaals tot koning uitgeroepen. Voor de achtergronden hiervan: Wolfram, History, 269-288, m.n. 284-288.

33. Wolfram, History, 4, 15, 25-26 en 30-31; en 'Einleitung', 25-26. Wanneer exact de Historia Gothorum geschreven is, is onduidelijk. In de literatuur is hier uitgebreid over gediscussieerd. Waarschijnlijk was er in 533 wel een versie in gereedheid gebracht, maar of Cassiodorus dit werk daarna nog bewerkt heeft is onzeker. Tönnies, Die Amaler, 7-8. In hoofdstuk 3 zullen we zien dat het maken van onderscheid tussen Tradition en een etnografisch omhulsel niet altijd mogelijk is.

34. Zie hoofdstuk 2.


inhoudsopgave | vorige | volgende | bovenkant pagina




Webdesign & Layout door Charles Vermeulen
CharlesVermeulen.com